Samenwerkingsvormen in de zorg

Fuseren is een vergaande vorm van samenwerken, maar er zijn veel meer samenwerkingsvormen. In het nieuws zijn regelmatig berichten te lezen over voorgenomen fusies of samenwerkingen en óók over fusies en samenwerkingen die weer ontrafeld worden. Denk bijvoorbeeld aan het terugdraaien van de bestuurlijke fusie van de Reinier Haga Groep. Of neem het nieuwsbericht over het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem en SKB in Winterswijk dat deze ziekenhuizen ondanks de mislukte fusie toch zullen moeten blijven samenwerken.

Toch zijn de succesverhalen in de media in de meerderheid. Zorginstellingen werken met grote regelmaat en op veel verschillende gebieden samen met ander zorginstellingen. Samenwerking kan leiden tot verbetering van kwaliteit, verhoging van efficiëntie of bijvoorbeeld tot kostenbesparing voor de instelling of voor zorgverzekeraars en patiënten. In dit artikel behandelen wij de meest voorkomende samenwerkingsvormen.

Strategische keuze

Welke samenwerkingsvorm het best past bij een specifieke samenwerking hangt af van het beoogde doel en de afspraken die partijen samen maken. Daarnaast hebben partijen verschillende strategische keuzes om te maken, bijvoorbeeld: wordt personeel uitgeleend? Worden activiteiten ingebracht? Wil ik een deel van mijn ‘zelfstandigheid’ inleveren? Een strategische keuze kan ook zijn om eerst – bijvoorbeeld in een pilot – op basis van een contract samen te werken, en om pas na een positieve evaluatie een samenwerkingsvorm te kiezen waarbij partijen meer zelfstandigheid inleveren, zoals bijvoorbeeld een bestuurlijke fusie of juridische fusie.

In dit artikel zetten wij de meest voorkomende vormen en aandachtspunten bij samenwerkingen uiteen. Lees hier over de aandachtspunten op het gebied van het mededingingsrecht, die in dit artikel verder niet worden behandeld.

 Contractuele samenwerking

De meest laagdrempelige vorm van samenwerken en daarom ook de meest voorkomende, is samenwerken op basis van een contract. Denk bijvoorbeeld aan: afspraken over samen zorg leveren aan één patiënt, afspraken over kennisuitwisseling of uitwisseling van personeel. Een contractuele samenwerking kent geen vormvereisten. Zorginstellingen hoeven geen zelfstandigheid in te leveren. Een contract is bovendien in vergelijking met andere samenwerkingsvormen relatief eenvoudig te beëindigen. Daarnaast is het niet nodig een juridische entiteit op te richten. Partijen blijven in beginsel geheel zelfstandig.

Aandachtspunten bij contractuele samenwerking zijn:

  • Een contractueel samenwerkingsverband kan geen eigen verplichtingen aangaan of personeel aannemen.
  • Daarnaast is het gevaar bij het aangaan van een contractuele samenwerking dat de wet het verband als een VOF of maatschap beschouwd, omdat het samenwerkingsverband inhoudelijk (te) veel gelijkenis vertoont met een VOF of maatschap.

Je kiest onder andere voor een contractuele samenwerking als je op een laagdrempelige manier, op een specifiek onderwerp, voor een relatief korte periode wilt samenwerken.

In de praktijk zien wij vaak dat zorgaanbieders mondeling samenwerkingsafspraken maken en op basis van goed vertrouwen aan de slag gaan. Als er voor langere tijd structureel wordt samengewerkt, de ene partij voor de andere partij gaat declareren of als partijen bijvoorbeeld ook afspraken maken over gezamenlijke investeringen, adviseren wij om de afspraken schriftelijk vast te leggen.

Joint venture

Als het bij een samenwerking de bedoeling van partijen is om gezamenlijk en buiten de bestaande organisatie om zorg te gaan verlenen, kan gekozen worden om samen een nieuwe, aparte organisatie op te zetten. Dit wordt een ‘joint venture’ genoemd.

Een joint venture kan de vorm aannemen van een personenvennootschap of een rechtspersoon. Deze vormen van samenwerken zijn in meer en in mindere mate geregeld in de wet. Dit maakt dat je minder flexibel bent ten opzichte van de contractuele samenwerking.

Personenvennootschappen hebben geen rechtspersoonlijkheid, zijn relatief eenvoudig op te richten en te beëindigen, vandaar dat voor deze samenwerkingsvorm vaak wordt gekozen in geval van een tijdelijke samenwerking (project). Bij een personenvennootschap valt te denken aan de VOF of de maatschap. Een groot verschil tussen de VOF en de maatschap is de persoonlijke aansprakelijkheid van de deelnemende zorgaanbieders. Bij een maatschap zijn de maten ieder voor een gelijk deel persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de maatschap. Bij een VOF zijn de vennoten ieder geheel persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de VOF.

Rechtspersonen worden vaak als samenwerkingsvorm gekozen bij een duurzame samenwerking. Dit komt doordat de oprichting en beëindiging van een rechtspersoon meer inspanning vergt dan bij een personenvennootschap. Bij een rechtspersoon kan je denken aan een B.V., coöperatie of een stichting. Een rechtspersoon bezit rechtspersoonlijkheid waardoor het op eigen naam goederen kan houden en contracten kan sluiten. Dit brengt met zich mee dat de rechtspersoon ook zelf de aansprakelijkheid draagt. De WTZi stelt als voorwaarde dat bestuur en toezicht bij rechtspersonen in van elkaar gescheiden organen zijn ingesteld. Zo heb je in geval van een B.V. een bestuur en een raad van commissarissen en bij een stichting een bestuur en een raad van toezicht.

Bestuurlijke fusie

Een bestuurlijke fusie is het centraliseren van het bestuur van twee zorgaanbieders en het stroomlijnen van de governance van beide zorgaanbieders. Dit kan op twee manieren worden bewerkstelligd. Zo kan ervoor worden gekozen om bij beide organisaties dezelfde personen te benoemen in het bestuur (en in de raad van toezicht). Of er wordt een houderentiteit opgericht en in het bestuur van die entiteit nemen de bestuurders (en toezichthouders) plaats. De houderentiteit wordt vervolgens benoemd tot de enig bestuurder van de zorgaanbieders.

De bestuurlijke fusie wordt vaak gekozen voor partijen die erover nadenken om juridisch te fuseren. Denk bijvoorbeeld aan het Amsterdam UMC (de bestuurlijke fusie tussen het AMC en de VU) of de Reinier Haga Groep. Een bestuurlijke fusie is relatief eenvoudiger te ontvlechten dan een juridische fusie. Wel is een bestuurlijke fusie al een vergaande samenwerking, waarbij het beleid van beide instellingen op elkaar wordt afgestemd. In het geval van bijvoorbeeld Amsterdam UMC treden partijen ook naar buiten onder één gemeenschappelijke naam.

Juridische fusie

De juridische fusie is de meest vergaande vorm van samenwerken. De fuserende partijen smelten samen tot één partij. Alle goederen, contracten, werknemers en schulden van beide zorginstellingen gaan over ‘onder algemene titel’ (d.w.z. van rechtswege en dus automatisch). De juridische fusie krijgt (na een intensief traject van integratie) vorm door het passeren van een akte van fusie door de notaris.

Tot slot

Worden er binnen jouw organisatie mogelijke nieuwe samenwerkingen besproken? Denk dan ook goed na over de vorm die je die samenwerking geeft. Welke vorm het meest passend is, hangt sterk af van het doel van de samenwerking. Er is geen ‘one size fits all’. Per samenwerking zal een weloverwogen keuze gemaakt moeten worden.

Heb je vragen of advies nodig over de verschillende samenwerkingsvormen? Neem dan gerust contact met ons op.

Auteurs:

Eline Lam

Met dank aan Ward Peters

Comments are closed.