Is uw instelling onder de Wmcz 2018 verplicht een cliëntenraad in te stellen?

De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen 2018 is in mei 2019 aangenomen door de Eerste Kamer en treedt naar alle verwachting op 1 juli 2020 in werking. Het doel van de Wmcz 2018 is het verstevigen van de positie van de cliëntenraden.

Onder de Wmcz 2018 zijn meer zorgaanbieders verplicht een cliëntenraad in te stellen. Dit artikel bespreekt op welke instellingen de Wmcz 2018 van toepassing is. Wat de belangrijkste wijzigingen zijn ten opzichte van de oude Wmcz lees je hier.

Wie is er verplicht tot het instellen van een cliëntenraad?

De hoofdregel van de Wmcz 2018 is dat iedere instelling waar meer dan tien personen zorg verlenen, verplicht is tot het instellen van een cliëntenraad. Nieuw ten opzichte van de oude wet, is de ondergrens van 10 personen die zorg verlenen

Nieuw is ook dat verplichting om een cliëntenraad in te stellen, geldt voor alle ‘instellingen’ die ‘zorg’ leveren als bedoeld in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Dat zijn dus zowel collectief (vanuit de Zorgverzekeringswet of Wet Langdurige Zorg) gefinancierde instellingen, als privaat gefinancierde instellingen.[1] Onder de oude wet, was de verplichting om een cliëntenraad in te stellen, gekoppeld aan de WTZi-toelating. Die koppeling vervalt.

Daarnaast wordt de Wmcz 2018 via een schakelbepaling van overeenkomstige toepassing verklaard op jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen (Jeugdwet). Daarmee wordt het toepassingsbereik uitgebreid ten opzichte van de oude wet.

Uitzonderingen op verplichting om een cliëntenraad in te stellen

De Wmcz 2018 maakt op twee manieren een uitzondering op voorgenoemde hoofdregel:

  1. Bij AMvB worden een aantal categorieën instellingen aangewezen waarop de Wmcz 2018 niet van toepassing is.
  2. Voor ambulante eerstelijnszorgaanbieders, wordt een verhoogde drempel van vijfentwintig zorgaanbieders in de wet opgenomen.

Uitgezonderd bij AMvB

Verschillende categorieën instellingen zijn uitgezonderd van de verplichting om een ciëntenraad in te stellen ook als zij met meer dan tien personen zorg verlenen. Minister Bruins heeft bij besluit bekend gemaakt op welke categorieën instellingen de Wmcz 2018 niet van toepassing is;[2]

  • Instellingen die onderdeel zijn van de militair geneeskundige dienst
  • Penitentiaire inrichtingen
  • Instellingen voor de verpleging van Tbs’ers.
  • Justitiële jeugdinrichtingen
  • Gemeentelijke gezondheidsdiensten
  • Instellingen waar de zorg uitsluitend wordt bekostigd uit een pgb en de meerderheid van de zeggenschap in het bestuur al bij de cliënten of wettelijke vertegenwoordigers ligt
  • Instellingen die uitsluitend de volgende zorg verlenen:
    • Afnemen van bloed a ten behoeve van onderzoek en/of het verrichten van onderzoek van bloed, weefsel of andere lichaamsstoffen
    • Uitvoeren van zwangerschapsecho’s
    • Doen van bevolkingsonderzoek
    • Verrichten van medische keuringen
    • Terhandstelling van geneesmiddelen en/of advies en begeleiding ten behoeve van medicatiebeoordeling en verantwoord gebruik van geneesmiddelen
    • Telefonische of digitale hulpverlening
    • Verlenen van EHBO tijdens evenementen
    • Verlenen van zorg door optometristen, orthoptisten of audiciens
    • Vervoer van cliënten (anders dan ambulancezorg)
    • Schoonhouden van woonruimte van cliënten
    • Verstrekken van eten en drinken
    • Verstrekken van kleding verband houdende met het karakter en de doelstelling van de instelling
    • Leveren van roerende voorzieningen of mobiliteitshulpmiddelen

Kleinschalige ambulante zorgaanbieders

Voor instellingen waar cliënten niet langer dan één dag kunnen verblijven (eerstelijns/ambulante zorg), geldt dat een cliëntenraad pas verplicht is als er door meer dan 25 personen zorg wordt verleend. De wetgever vond het onwenselijk dat de verplichtingen om een cliëntenraad in te stellen, ook zou gelden voor dergelijke kleinschalige ambulante zorgaanbieders.

Deze uitzondering – zoals opgenomen in het (ontwerp)besluit Wmcz 2018 – geldt voor alle ambulante instellingen, met uitzodering van medische specialistische bedrijven en instellingen die persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleging leveren. Voor overige ambulante instellingen, geldt dus een drempel van 25 zorgverleners. Te denken valt aan;

  • Huisartspraktijken
  • Kraamzorginstellingen
  • Fysiotherapiepraktijken
  • Tandartspraktijken
  • Orthodontisten

Decentrale cliëntenraad per locatie of per vorm van zorg

Veel instellingen werken nu met één centrale cliëntenraad. In sommige gevallen wordt de instelling onder de Wmcz 2018 verplicht om per locatie een cliëntenraad in te stellen. Dat is het geval als cliënten gemiddeld langer dan een half jaar in de instelling verblijven of als de instelling vanaf verschillende locaties bij cliënten thuis zorg laat verlenen.

Het aantal cliëntenraden dat zo’n instelling dient in te stellen, is afhankelijk van de verschillende locaties waar de zorg wordt verleend, de verschillende vormen van zorg die worden verleend en de verschillende cliëntgroepen waaraan de zorg wordt verleend.

Meer weten?

In dit artikel lees je de belangrijkste wijzigingen in de Wmcz 2018 ten opzichte van de oude Wmcz.

Auteur

Eline Lam
Met dank aan Julie-Anne Smit

[1] Denk aan instellingen die gefinancierd worden door aanvullende verzekeringen, overheidssubsidies, privépersonen en andere ondernemingen.

[2] Bovenstaande is een vereenvoudigde weergave van de uitgezonderde categorieën. Voor een volledige omschrijving inclusief de relevante wetsbepalingen, zie artikel 2 van het besluit:https://www.eerstekamer.nl/overig/20190911/besluit_houdende_regels_over_de/document.

Comments are closed.