Flinke boete voor niet melden fusie door zorgaanbieder

Bent u bestuurder van een zorginstelling en heeft u fusieplannen? Beoordeel tijdig of u de voorgenomen concentratie moet melden bij de Nederlandse Zorgautoriteit (en ACM). Niet (tijdig) melden kan u op een boete komen te staan!

Niet (tijdig) melden levert boete op

Eind 2017 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een zorgaanbieder een boete van € 70.000 opgelegd. De reden voor de boete was dat de zorgaanbieder had nagelaten tijdig een aantal concentraties te melden waarbij de zorgaanbieder betrokken was. De zorgaanbieder meldde de concentraties uiteindelijk wel, maar te laat. Omdat de zorgaanbieder zelf meldde, meewerkte aan het onderzoek door de NZa en omdat de NZa door de boete de zorgverlening niet in gevaar wilde brengen, legde de NZa naar eigen zeggen een boete op die proportioneel is. Het boetebesluit vindt u hier.

Verbod op het tot stand brengen van een concentratie zonder goedkeuring

Op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) is het verboden een concentratie tot stand te brengen zonder voorafgaande goedkeuring van de NZa in geval er bij die concentratie een zorgaanbieder betrokken is die zorg verleend in het kader van de Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg of zorg door BIG geregistreerde personen. Een tweede vereiste is dat de zorg in de regel door minstens vijftig personen wordt verleend. Die personen kunnen werknemers maar ook uitzendkrachten en zzp-ers zijn.

Lees hier meer over de zogeheten zorgspecifieke fusietoets.

Indirecte zorgaanbieder

In dit besluit van de NZa kwam ook de vraag aan de orde of de boete kon worden opgelegd aan de holdingstichting waar geen werknemers werkzaam zijn. Deze holdingstichting kwalificeert daarmee niet zelfstandig als zorgaanbieder onder de Wmg. Toch waren de toezichthouders van de NZa die onderzoek deden in deze zaak van mening dat de overtreding van het verbod ook is gemaakt door deze holdingstichting en stelden voor ook aan haar een boete op te leggen. Reden hiervoor is dat de onderzoekers constateerden dat de holdingstichting meerdere dochtermaatschappijen heeft die wél zorg verlenen als bedoeld in de Wmg door meer dan vijftig verleners. Dit betekent volgens de onderzoekers dat de holdingstichting indirect, via haar dochterondernemingen, zorg verleent in de zin van de Wmg, en aldus ook als zorgaanbieder kwalificeert in de zin de Wmg. Het verbod om een concentratie tot stand te brengen zonder goedkeuring van de NZa was daarom, vonden de onderzoekers, ook van toepassing op de holdingstichting. Bovendien was de holdingstichting enig aandeelhouder van de bij concentraties betrokken zorgaanbieders én voerde over die dochters het bestuur. De onderzoekers constateerden dat de holdingstichting feitelijk ook een cruciale en beslissende rol heeft gespeeld in de transacties die de concentratie vormden.

Uiteindelijk oordeelt de NZa dat ten tijde van de overtreding niet duidelijk genoeg uit de wettekst bleek dat de plicht om te melden óók geldt voor holdingstichtingen. De boete wordt dus alleen op de zorgaanbieder gelegd en niet op diens aandeelhouder. Sinds de overtreding (eind 2015) heeft de minister verduidelijkt dat de meldplicht ook rust op holdingentiteiten en is ook het meldingsformulier van de NZa hierop aangepast.

Indien u fusieplannen heeft, beoordeel dan tijdig of u die moet melden bij de autoriteiten. Als uw onderneming zelf geen zorg verleent, maar wel (indirect) aandeelhouder is in een instelling die zorg verleent, kunt u ook verplicht zijn de concentratie te melden. Dit geldt niet alleen voor de zorgspecifieke fusietoets van de NZa, maar ook voor een melding bij de ACM. Hierover leest u hier meer.

Comments are closed.