Overgangsrecht Wtza

Op 1 januari 2022 treedt de Wtza in werking. Het verschilt per zorgaanbieder binnen welke termijn zij moet voldoen aan de in de Wtza gestelde eisen. In dit blog bespreken we het overgangsrecht van de Wtza.

Voor het overgangsrecht, onderscheiden we vijf typen zorgaanbieders:

  1. Bestaande zorgaanbieders die al een WTZi-toelating hebben en straks een Wtza-vergunning nodig hebben.

    Bestaande zorgaanbieders met een WTZi-toelating zijn instellingen als bedoeld in artikel 1.2 onder 1 t/m 3, 17 t/m 19 en 21 van het Uitvoeringsbesluit WTZi. Twijfel je? Check of jouw organisatie een WTZi-toelating heeft op www.wtzi.nl.
     
  2. Bestaande zorgaanbieders die onder de WTZi van rechtswege in het bezit zijn van een toelating en straks een Wtza-vergunning nodig hebben.

    Bestaande zorgaanbieders die van rechtswege een WTZi-toelating hebben, zijn de instellingen genoemd in artikel 1.2, onder de nummers 5 tot en met 14, 20 en 24 Uitvoeringsbesluit WTZi. Dit zijn instellingen die zich bezighouden met bijvoorbeeld huisartsenzorg, verloskundige zorg, kraamzorg, mondzorg, paramedische zorg, verstrekking van hulpmiddelen, farmaceutische zorg, ziekenvervoer, erfelijkheidsadvisering, behandeling van gedragswetenschappelijke aard in verband met een psychiatrische aandoening, ADL-assistentie of uitleen van verpleegartikelen.

  3. Bestaande zorgaanbieders die nu geen WTZi-toelating nodig hebben, maar straks wel een Wtza-vergunning nodig hebben.

    Dit zijn bijvoorbeeld zorginstellingen die nu alleen als onderaannemer werken voor andere zorginstellingen of BV’s in een stichting-BV constructie. Ook gaat het hier bijvoorbeeld om zorginstellingen die alleen PGB-gefinancierd worden.

  4. Nieuwe zorgaanbieders die na 1 januari 2022 starten met zorg leveren.

  5. Bestaande zorgaanbieders met een WTZi-toelating die onder de Wtza geen vergunning nodig hebben. Dat is bijvoorbeeld een aanbieder van niet-medisch specialistische zorg die met minder dan 10 zorgverleners zorg verleent. 

Wat er wijzigt ten opzichte van de WTZi lees je hier. Het is belangrijk dat zorgaanbieders op tijd nagaan of de statuten en reglementen, met daarin de eisen die gelden voor de bestuursstructuur en het interne toezicht, nog corresponderen met de nieuwe wettelijke eisen en dat de samenstelling van de raad van toezicht zo nodig is aangepast aan de eisen die de Wtza stelt.

Hieronder lees je voor elke van deze vijf categorieën per wanneer een zorgaanbieder moet voldoen aan de in de Wtza gestelde eisen:

 Bestaande zorgaanbieders met WTZi-toelating die straks een Wtza-vergunning nodig hebbenBestaande zorgaanbieders die van rechtswege een WTZi-toelating hebben en straks een Wtza-vergunning nodig hebben.  Bestaande zorgaanbieders zonder WTZi-toelating die straks een Wtza-vergunning nodig hebbenNieuwe zorgaanbieders die na 1 januari 2022 starten met zorg leverenBestaande zorgaanbieders met WTZi-toelating die straks geen Wtza-vergunning nodig hebben
VergunningWTZi toelating wordt per 1 januari 2022 automatisch omgezet naar een Wtza-vergunningOvergangstermijn van 2 jaar. Zorgaanbieders moeten uiterlijk voor 1 januari 2024 een Wtza-vergunning aanvragen. Aan de aanvraag zijn geen kosten verbondenOvergangstermijn van 2 jaar. Zorgaanbieders moeten uiterlijk voor 1 januari 2024 een Wtza-vergunning aanvragen. Aan de aanvraag zijn geen kosten verbondenVoor starten van de zorg moet de zorgaanbieder in bezit zijn van een toelatingsvergunning.   De kosten voor het aanvragen van een toelatingsvergunning bedragen € 750,-WTZi-toelating vervalt automatisch per 1 januari 2022
BestuurstructuurZorgaanbieders moeten direct per 1 januari 2022 aan de gestelde eisen aan de bestuursstructuur voldoenZorgaanbieders moeten op het moment van aanvraag van de Wtza-vergunning voldoen aan de gestelde eisen aan de bestuursstructuurZorgaanbieders moeten op het moment van aanvraag van de Wtza-vergunning voldoen aan de gestelde eisen aan de bestuursstructuurZorgaanbieders moeten op het moment van aanvraag van de Wtza-vergunning voldoen aan de gestelde eisen aan de bestuursstructuurNiet van toepassing
MeldplichtBestaande zorgaanbieders die op 1 januari 2022 in het LRZa staan en zorgaanbieders die voor 1 juli 2022 de jaarverantwoording over 2021 openbaar hebben gemaakt, zijn uitgezonderd van de meldplicht. Overige zorgaanbieders moeten zich binnen zes maanden na 1 januari 2021 melden. Bestaande zorgaanbieders die op 1 januari 2022 in het LRZa staan en zorgaanbieders die voor 1 juli 2022 de jaarverantwoording over 2021 openbaar hebben gemaakt, zijn uitgezonderd van de meldplicht. Overige zorgaanbieders moeten zich binnen zes maanden na 1 januari 2021 melden. Bestaande zorgaanbieders die op 1 januari 2022 in het LRZa staan en zorgaanbieders die voor 1 juli 2022 de jaarverantwoording over 2021 openbaar hebben gemaakt, zijn uitgezonderd van de meldplicht. Overige zorgaanbieders moeten zich binnen zes maanden na 1 januari 2021 melden. Binnen zes maanden na de datum waarop gestart wordt met zorg verlenenBestaande zorgaanbieders die op 1 januari 2022 in het LRZa staan en zorgaanbieders die voor 1 juli 2022 de jaarverantwoording over 2021 openbaar hebben gemaakt, zijn uitgezonderd van de meldplicht. Overige zorgaanbieders moeten zich binnen zes maanden na 1 januari 2021 melden. 

Het LRZa (Landelijk Register Zorgaanbieders) haalt gegevens uit verschillende bronnen, waaronder het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, het AGB-register het BIG-register. Daarnaast ontsluit het LRZa ook informatie uit het openbaar databestand kwaliteitsgegevens zorg van Zorginstituut Nederland en de Jaarverantwoording Zorg. Bestaande zorgaanbieders die als zorgaanbieder vermeld staan in een van deze bronnen, hoeven zich onder de Wtza dus niet opnieuw te melden. Zie artikel 10 Uitvoeringsbesluit Wtza.

De drie belangrijke aandachtspunten uit bovenstaand overzicht zijn:

  • Bestaande zorgaanbieders met een WTZi-toelating moeten direct per 1 januari 2022 voldoen aan de gestelde eisen aan de bestuursstructuur. Er is geen overgangstermijn. Het Uitvoeringsbesluit Wtza is gepubliceerd p 31 maart 2021. De wetgever gaat ervanuit dat bestaande zorgaanbieders – die op grond van de WTZi ook moesten voldoen aan vergelijkbare eisen aan de bestuursstructuur – daarmee voldoende tijd hebben gehad om zo nodig aanpassingen te doen in de statuten en reglementen.  
  • Bestaande zorgaanbieders die nu van rechtswege zijn toegelaten, hebben twee jaar de tijd om een Wtza-vergunning aan te vragen. Zij hebben tot 1 januari 2024 om een vergunning aan te vragen. Op moment van aanvragen moeten zij voldoen aan de gestelde eisen aan de bestuursstructuur. Dat betekent dat bijvoorbeeld huisartsenpraktijken, huisartsenposten, tandartsen en andere van rechtswege toegelaten instellingen met meer dan 10 zorgverleners bijvoorbeeld ook een raad van toezicht zullen moeten instellen.
  • Veel bestaande zorgaanbieders zijn uitgezonderd van de meldplicht. Het is belangrijk om na te gaan of jouw instelling inderdaad ook is uitgezonderd. Zo niet, dan moet de instelling zich uiterlijk 1 juli 2022 melden.

Heb je vragen over het toepasselijke overgangsregime van de Wtza? Neem dan contact op met Fenna van Dijk of Eline Lam.

Wil je meer weten over wat de Wtza concreet voor zorgaanbieders betekent? Dat lees je hier.


Webinar Wtza: de stichting-BV & onderaannemers

In dit tweede webinar van de tweeluik over de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) op 17 maart 2022 lichten Eline Lam en Fenna van Dijk uit wat de consequenties zijn voor de veel gebruikte stichting-BV constructie. Ook gaan zij in op de positie van onderaannemers onder de Wtza en bespreken zij de “lege huls constructie”. Waar moet een zorgaanbieder die onderaannemers inzet op letten? En wat zijn de verantwoordelijkheden van de onderaannemers zelf?

Comments are closed.