Werknemer die weigert om een mondkapje te dragen heeft geen recht op loon

Werkgevers zijn verplicht om maatregelen te treffen ter voorkoming van verspreiding van het coronavirus. Recentelijk oordeelde de Rechtbank Midden-Nederland over de vraag of werknemers door de werkgever ook verplicht kunnen worden om een mondkapje te dragen.

Besmetting met het coronavirus voorkomen

De werkgever is verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers. Daarom moet de werkgever de noodzakelijke maatregelen of voorzieningen treffen om besmetting met het coronavirus te voorkomen. Dit volgde al uit de algemene zorgplicht van de werkgever en is sinds kort ook opgenomen in art. 3.2a van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Het niet naleven van deze bepaling kan leiden tot een boete van de Inspectie SZW. Wanneer de werkgever in ernstige mate niet de noodzakelijke maatregelen treft die nodig zijn om de kans op besmetting te voorkomen of te beperken, kan het werk door de Inspectie SZW zelfs worden stilgelegd. Dit is recentelijk opgenomen in de Arbeidsomstandighedenwet (art. 28 lid 7). Ook is het denkbaar dat een (kwetsbare) werknemer weigert om de werkzaamheden te verrichten wanneer de werkgever onvoldoende maatregelen heeft getroffen. Uit een recente uitspraak van de Rechtbank Limburg volgt dat de werkgever in zo’n geval in principe het loon van de werknemer moet doorbetalen.

Maar hoe zit het juridisch wanneer de werkgever voldoende maatregelen treft, maar een werknemer weigert om deze maatregelen op te volgen? Door zo’n weigering kan mogelijk de veiligheid van collega’s niet meer gegarandeerd worden. Deze situatie was aan de orde in de recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland. De werknemer had geweigerd om de mondkapjesplicht bij de werkgever na te leven.

Feiten

De werkgever drijft een patisserie/chocolaterie/ijssalon met verschillende vestigingen. De werknemer brengt met een busje goederen rond tussen de verschillende vestigingen. De werkgever heeft een mondkapjesplicht ingevoerd binnen het bedrijf. Dit heeft voor de werknemer tot gevolg dat hij een mondkapje moet dragen op de momenten dat hij in de bedrijfspanden is. In de bus hoeft hij geen mondkapje te dragen. De werknemer heeft deze instructie van de werkgever niet opgevolgd. Hij weigerde een mondkapje te dragen. Als reactie daarop heeft de werkgever de werknemer op non-actief gesteld en de loonbetaling opgeschort. In kort geding vordert de werknemer loondoorbetaling.

Oordeel rechtbank

De rechtbank overweegt dat de werkgever in redelijkheid de instructie tot het dragen van een mondkapje aan de werknemer heeft mogen geven. De werknemer is daarom in beginsel gehouden om deze instructie op te volgen. Dit zou anders kunnen zijn wanneer het instructierecht van de werkgever inbreuk zou maken op een grondrecht van de werknemer zoals het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Daarvan was in dit geval geen sprake. De verplichting tot het dragen van een mondkapje dient twee legitieme doelen, te weten i) de zorg voor een gezonde en veilige werkomgeving en ii) bescherming van het bedrijfsbelang door uitval te voorkomen.

Omdat de werknemer heeft geweigerd om een mondkapje te dragen en ook tijdens de mondelinge behandeling duidelijk is geworden dat de werknemer niet onvoorwaardelijk bereid is de instructie alsnog op te volgen is de werkgever bevoegd om de loondoorbetaling op te schorten.

Tot slot

Bovenstaande uitspraak maakt duidelijk dat een mondkapjesplicht in beginsel binnen het wettelijke instructierecht van de werkgever valt, mits daarmee een voldoende legitiem doel wordt gediend. Uiteraard kan het voorkomen dat bepaalde werknemers vanwege medische beperkingen niet in staat zijn om een mondkapje te dragen. In die situatie is het aan de werkgever om samen met de werknemer een passende oplossing te vinden, eventueel met behulp van de bedrijfsarts.

Bij vragen kan je contact opnemen met Marieke Opdam of Marjolein Bouman.

Comments are closed.