Geen verruiming mogelijkheden dividenduitkering door zorgaanbieders

De mogelijkheden voor zorgaanbieders om dividend uit te keren worden voorlopig niet verruimd. Dat is de conclusie van VWS-bewindslieden De Jonge, Bruins en Blokhuis in hun brief van 9 juli 2019 aan de Tweede Kamer.

De bewindslieden hadden dit onderzoek in het kader van het Wetsvoorstel vergroten investeringsmogelijkheden in de medisch-specialistische zorg (VIMSZ) op 13 juli 2018 al aangekondigd.

Voldoende investeringsmogelijkheden

Een van de conclusies uit het onderzoek is namelijk dat zorgaanbieders beperkt behoefte hebben aan risicodragend kapitaal van bijvoorbeeld particuliere investeerders en institutionele beleggers om aan de investeringsopgave van de komende jaren te kunnen voldoen. In combinatie met de mogelijk negatieve effecten, zien de bewindslieden voorlopig geen noodzaak tot verruiming van de mogelijkheden voor dividenduitkering.

Voordat een verruiming van de mogelijkheden voor dividenduitkering aan de orde kan zijn, willen de bewindslieden eerst een verbetering zien in het inzicht in de kwaliteit van zorg, vooral in de (intramurale) tweedelijnszorg, ggz en langdurige zorg. Dit proces loopt, maar resultaten zullen de komende jaren pas zichtbaar worden. De Eerste Kamer zal om die reden worden verzocht het VIMSZ-voorstel aan te houden.

Geen totaalverbod op winstuitkering

Een totaal verbod op dividenduitkering in de extramurale zorg komt er ook niet, omdat niet bewezen is dat de kwaliteit, toegankelijkheid en/of betaalbaarheid van zorg daardoor structureel in gevaar komt.

Ongewenste praktijken

Wel komen er enkele maatregelen om ‘onwenselijke praktijken’ tegen te gaan, waarbij zorgaanbieders gebruik maken van organisatorische en/of financiële constructies die risico’s met zich mee kunnen brengen voor de doelmatige besteding van zorggelden. Dit kwam onder andere aan de orde bij het onderzoek van de IGJ naar Zorggroep Alliade.

Er worden op vier vlakken maatregelen aangekondigd:

1) Maatregelen gericht op toetreding door nieuwe zorgaanbieders

  • Nieuwe zorgaanbieders moeten zich verplicht melden bij de IGJ. Dit wordt vastgelegd in het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders (WTZa).
  • Ook nieuwe onderaannemers zullen zich bij de IGJ moeten melden.
  • De eisen aan de nieuwe WTZa-vergunning worden zwaarder. Zorgaanbieders moeten bijvoorbeeld aantoonbaar voldoen aan de eisen van de Wkkgz en WMCZ. Ook kan een vergunning worden geweigerd of ingetrokken als geen VOG verkregen wordt. Ook worden mogelijkheden om een eigen onderzoek te starten op grond van de Wet BIBOB uitgebreid.

Verder willen de bewindslieden de vergunningsplicht in de toekomst uitbreiden, hier zullen zij rond de jaarwisseling op terugkomen.

2) Maatregelen gericht op de WNT
De Wet Normering Topinkomens wordt aangepast. De wijziging zal erop gericht zijn om ontwijking van die wet via vennootschapsrechtelijke constructies tegen te gaan. Dit voorstel zal in het najaar bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakt worden.

3) Maatregelen gericht op transparante, integere en professionele bedrijfsvoering

  • Er wordt gewerkt aan een wijziging bij de AWtza, waardoor van alle zorgaanbieders (inclusief onderaannemers) financiële transparantie wordt vereist. Deze maatregel wordt genomen om bedrijfsstructuren inzichtelijk te maken en om inzichtelijk te maken in welke mate via deze structuren dividend wordt uitgekeerd.
  • De IGJ en NZa gaan intensiever samenwerken op het vlak van integere bedrijfsvoering, het toezicht op transparante financiële bedrijfsvoering, de jaarverantwoording en het verbod op winstoogmerk wordt overgeheveld van de IGJ naar de NZa.
  • In de WTZi en de Wtza zijn al eisen opgenomen voor een onafhankelijke interne toezichthouder. Om dit interne toezicht te versterken wordt op dit moment gewerkt aan wettelijke eisen. Hierbij moet worden gedacht aan bepalingen als opgenomen in de Governancecode Zorg over de samenstelling, positionering en het functioneren van de raad van toezicht.
  • In het onderzoek naar Zorggroep Alliade hebben de IGJ en de NZa grote beperkingen ervaren. Op dit moment kunnen zij pas ingrijpen als er risico’s voor de kwaliteit van de zorg ontstaan of als er onrechtmatig wordt gedeclareerd. De bewindslieden willen in de toekomst sneller kunnen ageren bij eventuele belangenverstrengelingen of bij twijfels over een bepaalde bedrijfsstructuur. In de Governancecode Zorg zijn daarom wel al bepalingen opgenomen die de schijn van belangenverstrengeling moeten zien te vermijden. Toch wordt er gewerkt aan wetgeving om onwenselijke constructies tegen te gaan. Deze wetgeving laat nog even op zich wachten. De bewindslieden streven ernaar om rond de jaarwisseling hierop terug te komen.

4) Aanscherpen publieke randvoorwaarden extramurale zorg
Tot slot zullen de bewindslieden wetgeving voorbereiden die verdere voorwaarden stelt aan dividenduitkering in de extramurale zorg. Hierbij moet gedacht worden aan de financiële gezondheid, de kwaliteit van de zorg, de governance en de termijn waarbinnen dividend mag worden uitgekeerd. Deze voorwaarden kunnen per deelsector variëren. Wanneer deze maatregelen inwerking treden is niet duidelijk.

Bent u benieuwd of u nu al maatregelen moet nemen of heeft u andere vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Eline Lam. 

Auteur:

Eline Lam

Comments are closed.