De nieuwe handreiking verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerkingen in de zorg

Inleiding

De zorg wordt steeds complexer en er komen steeds meer samenwerkingen voor. Gebrekkige samenwerking in de zorg kan schadelijke gevolgen hebben voor de cliënt, het is daarom zaak dat de samenwerking goed wordt georganiseerd. In juni 2022 is de Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg Herziening 2022 (“Handreiking”) door de KNMG gepubliceerd. De Handreiking wordt onderschreven door, de brancheverenigingen Actiz, de Nederlandse GGZ, InEen, GGD GHOR Nederland, NFU en NVZ en de beroepsverenigingen NVAVG, KNGF, KNMP, KNMT, KNOV, NAPA, NIP, NVGzP, NVvTG, V&VN en NVBMH en door Patiëntenfederatie Nederland. Deze Handreiking vervangt de vorige versie van deze handreiking, uit 2010. De Handreiking maakt deel uit van de professionele standaard voor de zorgverlener, die zij als ‘goed hulpverlener’ dienen toe te passen. De Handreiking noemt aandachtspunten waar zorgverleners uit alle sectoren bij elke vorm van samenwerking alert op moeten zijn. Naarmate de samenwerking complexer is, of de gevolgen voor de cliënt groter kunnen zijn, is rekening houden met de aandachtspunten in de Handreiking van een nog groter belang.

Aandachtspunten uit de Handreiking

De Handreiking noemt aandachtspunten voor samenwerkingen in de zorg. De Handreiking bevat ook een checklist met 12 kernaspecten (gebaseerd op de aandachtspunten van de Handreiking). Bij het maken van afspraken over samenwerking kan deze checklist worden gebruikt. Per aandachtspunt wordt in de Handreiking een korte toelichting gegeven, waarin veelal wordt verwezen naar andere (KNMG) richtlijnen. De aandachtspunten zijn als volgt:

  1. Algemene afspraken over een (multidisciplinaire samenwerking) in de zorg voor een cliënt:

Wanneer de aard of complexiteit van de zorg dit vergt, , moeten de betrokken zorgverleners afspraken maken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen de zorgverlening. De overdracht van taken en verantwoordelijkheden dient expliciet plaats te vinden. Indien nodig, moeten de samenwerkende zorgverleners controle- en evaluatiemomenten inplannen.

Het is belangrijk dat alle betrokken zorgverleners beschikken over een recent zorg -of behandelplan. De cliënt of diens vertegenwoordiger moet door hen actief worden betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het zorg -of behandelplan.

2. Afspraken over informatievoorziening

Alle zorgverleners die samenwerken bij de zorgverlening aan een cliënt, moeten regelmatig controleren of zij beschikken over alle relevan­te informatie van hun collega’s over de zorgverlening. Ook moeten zij actief en tijdig hun collega’s informeren over hun eigen gegevens en bevindingen, die nodig zijn om goede zorg te kunnen verlenen met inachtneming van wet- en regelgeving daaromtrent. De betrokken zorgverleners moeten de relevante ge­gevens bijhouden in het dossier van de cliënt.

3. Professionele verantwoordelijkheid:

Iedere zorgverlener die betrokken is bij zorgverlening waarbij wordt samengewerkt, heeft een eigen professionele verantwoordelijkheid jegens de cliënt voor het eigen aandeel in de zorg. Alle betrokken zorgverleners moeten alert zijn op de grenzen van hun eigen mogelijkheden en deskundigheid. Zo nodig moeten zij de cliënt tijdig doorverwijzen naar een andere zorgverlener.

4. Regiebehandelaar:

Indien de aard en/of complexiteit van de behandeling dat vereist, zorgen de zorgverleners er steeds voor dat één van hen als regiebehandelaar wordt aangewezen. De regiebehandelaar ziet er in elk geval op toe dat:

a. de continuïteit en de samenhang van de zorgverlening aan de cliënt wordt bewaakt en waar nodig een aanpassing van de gezamenlijke behandeling in gang wordt gezet;

b. er adequate informatie-uitwisseling en voldoende overleg is tussen bij de behandeling betrokken zorgverleners;

c. er één aanspreekpunt is voor het tijdig beantwoorden van vragen over de behandeling van de cliënt of diens naaste betrekking(en).

5. Afspraken tussen zorgaanbieders

In het geval van een structurele samenwerking, moeten de samenwerkingspartners de afspraken die zij maken over de aard en inrichting van de samenwerking en ieders betrokkenheid daarbij schriftelijk vastleggen. Als sprake is van een opdrachtrelatie, dan geeft de opdrachtgevende zorgverlener voldoende instructies aan de opdrachtnemende zorgverlener over de zorgverlening aan de cliënt. De opdrachtnemer spant zich vanzelfsprekend in om deze instructies op te volgen.

6. Incidenten

Over incidenten in de zorgverlening, waaronder calamiteiten, spreken de samenwerkingspartners het volgende af en leggen dit schriftelijk vast:

a. De samenwerkingspartners betrachten naar de cliënt openheid over incidenten, waaronder calamiteiten, die (mogelijk) merkbare gevolgen voor hem hebben.

b. De samenwerkingspartners spreken af hoe en waar zij incidenten in de zorgverlening, waaronder calamiteiten, melden.

c. Als een van de samenwerkingspartners in de ogen van één of meer collega’s niet voldoet aan de normen voor goede zorg, dan spreken zij deze partner daarop aan.

Toepassing in de praktijk

De meeste onderdelen uit de Handreiking worden meestal al toegepast bij samenwerkingen. De Handreiking maakt deze aandachtspunten onderdeel van de professionele standaard en maakt ook expliciet wat er van zorgverleners wordt verwacht. Alvorens een samenwerking wordt opgestart is het belangrijk om de checklist uit de Handreiking door te nemen en te controleren of aanvullende afspraken moeten worden gemaakt. Met name wanneer zorgaanbieders afspraken maken voor een (duurzame) samenwerking, is dit van belang, omdat de Handreiking vereist dat de samenwerkingsafspraken schriftelijk worden vastgelegd.

Bij het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst, is het raadzaam om de volgende punten op te nemen:

  • Neem in de samenwerkingsovereenkomst op dat de samenwerkingspartners de Handreiking toepassen;
  • Neem in de samenwerkingsovereenkomst op dat alle partijen er zelf voor verantwoordelijk zijn om goede zorg te leveren.
  • Neem in de samenwerkingsovereenkomst op dat de samenwerkingspartners een partij erop aanspreken als één of meer collega’s niet voldoet aan de normen van goede zorg.

Denk daarnaast na over  onder meer een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, over afspraken over informatievoorziening, afspraken over incidenten in de zorgverlening en evaluatiemomenten.

Wilt u meer weten over samenwerken in de zorg? Neem dan contact op met Fenna van Dijk of Eline Lam.

Comments are closed.