Hoger beroep tuchtzaak over euthanasie bij demente oudere

Dit artikel is geschreven door Jonas Duker, scholier 5 VWO in het kader van een snuffelstage.

Op 22 januari 2019 heeft zich bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (in Den Haag) een interessante zaak afgespeeld over een demente vrouw aan wie euthanasie is verleend. De zaak trekt veel media-aandacht omdat het de eerste keer is dat een arts tuchtrechtelijk wordt vervolgd in een zaak over euthanasie bij een diep demente oudere. De persoon in kwestie was geheel wilsonbekwaam, waardoor deze er op het moment van euthanasie zelf niet meer over kon oordelen.

Feiten

Het begon allemaal met een vrouw die te horen kreeg dat ze aan de ziekte van Alzheimer leed. Nadat ze dit te horen kreeg, heeft ze een wilsverklaring (euthanasieverzoek) opgesteld. Daarin gaf ze aan dat ze niet naar een verpleeghuis toe wilde en in het geval dat het wel nodig was, ze euthanasie wilde. Later heeft ze de wilsverklaring aangepast. In de aangepaste wilsverklaring stond dat ze euthanasie wilde “wanneer zij de tijd daar rijp voor achtte”. Dit is geen duidelijke aanduiding van tijd, waardoor er door de arts niet kon worden bepaald wanneer dit nou precies was. Ook suggereerde deze bewoordingen dat de vrouw er vanuit ging dat ze dan nog zelf in staat zou zijn het moment te bepalen. Door mondeling contact met familie en vrienden was duidelijk dat ze nooit in een verpleeghuis terecht wilde komen. Nadat de arts de patiënte lange tijd had geobserveerd in het verpleeghuis, bleek dat ze heel erg leed. Ze sprak vaak de woorden uit: “ik wil dood”, maar voegde daar dan soms ook aan toe: “maar niet nu”. Ze leek niet te begrijpen dat haar dementie al in een zo vergevorderd stadium was, wat mogelijk een reden was waarom ze haar doodswens zo wisselend uitte. Uiteindelijk heeft de arts besloten euthanasie te verlenen, na raadpleging van twee onafhankelijke artsen die ook vonden dat aan de eisen van de euthanasiewet was voldaan. Toen heeft de arts familie bij elkaar gehaald, om op de laatste dag nog afscheid te nemen. De patiënte zelf wist alleen niet dat de euthanasie die dag zou plaats vinden. Aan haar familie vertelde ze nog dat ze die dag naar een restaurant zouden gaan met de familie. Toen heeft de arts in de koffie van de patiënt een slaapmiddel gedaan en later via een injectie de euthanasie verricht.  

De tuchtklacht

De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugdbescherming (IGJ) heeft deze tuchtzaak aangespannen. Zij is van mening dat de arts niet juist had gehandeld en zich niet aan de  medische richtlijnen had gehouden. De Inspectie vond dat de arts zich niet aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen had gehouden, met name niet aan de eis van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt tot levensbeëindiging en de uitvoering hiervan. Hiermee wordt bij het eerste punt bedoeld dat de wilsverklaring niet goed, want onduidelijk, geformuleerd was. Het tweede punt ziet erop dat de arts niet van tevoren aan de patiënte bekend gemaakt heeft dat de euthanasie plaats zou vinden. Wel heeft de arts overtuigend naar voren gebracht dat de demente vrouw heel erg leed en dat er ook geen manier was om dit nog te verminderen. De arts heeft zich ook gehouden aan het vereiste advies te vragen van een andere arts, ze heeft in deze kwestie zelfs twee artsen gevraagd die het beiden met de arts eens waren. De arts wordt zowel tuchtrechtelijk (door de IGJ) als strafrechtelijk (door het OM) vervolgd. Het regionaal tuchtcollege heeft al uitspraak gedaan en de arts een berisping opgelegd. Als gevolg hiervan is de arts in hoger beroep gegaan.  

Hoe moet je handelen als arts in geval van euthanasie bij een diep demente?

Een arts moet zich aan alle heersende wetten en richtlijnen houden om goed te kunnen aantonen dat de euthanasie juist is toegepast. Ten eerste moet een arts zich natuurlijk houden aan het strafrecht. De arts moet zich houden aan artikel 293 lid 1 Wetboek van Strafrecht, waarin staat:

Hij die opzettelijk het leven van een ander op diens uitdrukkelijk en ernstig verlangen beëindigt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie”.

Daarbij staat als lid 2 vermeld:

Het in het eerste lid bedoelde feit is niet strafbaar, indien het is begaan door een arts die daarbij voldoet aan de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in artikel 2 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en hiervan mededeling doet aan de gemeentelijke lijkschouwer overeenkomstig artikel 7, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging”.

In deze zorgvuldigheidseisen staat aangegeven dat de patiënt een weloverwogen en vrijwillig verzoek moet indienen. Ook moet de arts de overtuiging hebben dat er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Voordat je de euthanasie wilt gaan uitvoeren moet de arts eerst nog een andere arts raadplegen om te vragen of deze persoon het er mee eens is. Dit is vaak een SCEN-arts (Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland), deze is gespecialiseerd in het beoordelen van euthanasieverzoeken. Is deze arts het niet met je eens, dan kun je als behandelend arts de euthanasie alsnog uitvoeren, maar dan moet je wel een goede verklaring hebben waarom je het anders ziet en waarom je de euthanasie toch uitvoert. Naast de wetten moet een arts zich ook nog houden aan de richtlijnen van de KNMP en KNMG. De Regionale Toetsingscommissie Euthanasie toetst achteraf pas door middel van het ingeleverde verslag of de euthanasie juist is uitgevoerd.

In de Wet BIG staan de verschillende maatregelen die kunnen worden opgelegd door het Tuchtcollege, deze zijn (van licht naar zwaarder): waarschuwing, berisping, geldboete tot 4500 euro,  schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor ten hoogste één jaar, gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid het betrokken beroep uit te oefenen, doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Doorhaling betekent dat je voor goed uit je functie wordt gezet.

Conclusie

Het is een belangrijke zaak voor de arts zelf, maar ook voor de artsen en patiënten die in het vervolg te maken krijgen met euthanasie bij een diep demente. Zij kunnen leren van deze zaak. De arts is al in hoger beroep gegaan en krijgt in de komende weken de uitspraak te horen. Daarna volgt nog het strafproces.

Contact:

Wilt u op de hoogte gehouden worden over de zaak en/of over de uitspraak die binnenkort wordt gedaan, neem dan contact op met Eline Lam.

Comments are closed.