Meldplicht voor nieuwe zorgaanbieders en gewijzigde vergunningsplicht op komst

In 2017 heeft het kabinet een wetsvoorstel ingediend dat beoogt de kwaliteit van de zorg van nieuwe zorgaanbieders te vergroten. In dit artikel lichten we het wetsvoorstel kort toe.

Meldplicht zorgaanbieders

Momenteel is het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in behandeling bij de Tweede Kamer. Op grond van de huidige Wet toelating zorginstellingen (WTZi) bestaat er voor instellingen de verplichting een toelating aan te vragen voordat met het verlenen van zorg wordt begonnen. Volgens de regering heeft dit systeem echter een te beperkte reikwijdte omdat een groot deel van de instellingen van rechtswege wordt toegelaten. Daarom voorziet de Wtza in een meldplicht voor alle nieuwe aanbieders van zorg als bedoeld in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Daarmee wordt beoogd het risicotoezicht op nieuwe zorgaanbieders effectiever vorm te geven en te waarborgen dat de nieuwe zorgaanbieder vooraf kennis heeft genomen van de eisen die gelden vanaf het moment waarop hij zorg gaat verlenen. Het wetsvoorstel vervangt de toelatingsparagraaf in de WTZi.  Aanbieders van maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 alsmede aanbieders van op grond van de Jeugdwet gebaseerde jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering vallen niet onder de Wkkgz en daarmee niet onder de nieuwe meldplicht, zolang ze alleen die zorg aanbieden.

Vergunningsplicht

De Wtza vernieuwt de bestaande vergunningsplicht waardoor bij het aanvragen van de vergunning niet alleen getoetst wordt op een transparante en ordelijke bestuursstructuur en bedrijfsvoering, maar ook op de aanwezige voorwaarden voor een goede kwaliteit van zorg. De nieuwe vergunningsplicht geldt voor instellingen die medisch specialistische zorg verlenen of doen verlenen. Hieronder vallen ook privéklinieken die medisch specialistische zorg aanbieden die niet wettelijk verzekerd is. Daarnaast geldt de nieuwe vergunningplicht ook voor instellingen die zorg aanbieden zoals omschreven bij of krachtens de Wlz of de Zvw met meer dan tien zorgverleners. Het gaat om zorgverleners die op basis van een juridische relatie met de zorgaanbieder zorg verlenen, denk aan werknemers, zzp-ers en deeltijders. Ook doktersassistenten, praktijkondersteuners of testassistenten tellen mee, voor zover zij zorg of een andere dienst verlenen als omschreven bij of krachtens de Wlz of de Zvw. Dit betekent dat onder de Wtza ook een vergunningsplicht kan gaan gelden voor huisartsenzorg, verloskundige zorg, kraamzorg, mondzorg, paramedische zorg en pgb-zorgaanbieders indien zij zorg verlenen met meer dan tien zorgverleners.

Het idee achter de vergunningsplicht voor grotere instellingen is dat bij die instellingen het belang van goede governance voor de kwaliteit van zorg een grotere rol speelt, bijvoorbeeld omdat in die instellingen beslissingsbevoegden op grotere afstand van het zorgproces kunnen staan.

Bestaande zorgaanbieders die groeien en de grens van 10 zorgverleners passeren, dienen zelf in de gaten te houden of hij vergunnings-plichtig is (geworden) en tijdig een toelatingsvergunning aanvragen om de capaciteit van de zorgverlening te mogen vergroten.

Bestuurlijke boete

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is belast met het toezicht op de meldplicht en de vergunningsplicht en is in die rol allesbehalve een tandeloze tijger. Als herstelsanctie kan een last onder dwangsom worden opgelegd. Voorts bestaat er de bevoegdheid om een boete op te leggen met een maximum van € 20.500,- voor overtreding van de meldplicht en € 82.000,- voor overtreding van de vergunningsplicht. Blijkens de memorie van toelichting kan een instelling die zorg verleent zonder toelatingsvergunning zijn boete niet ontlopen door zich terug te trekken als zorgaanbieder.

Fraudebestrijding

In het licht van de fraudebestrijding is in het wetsvoorstel opgenomen dat de zorgaanbieder in bepaalde gevallen een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) moet verstrekken. Zo’n verplichting zal zich richten op de eigenaar, bestuurder(s) of toezichthouder(s) van de instelling. Op het moment dat een instelling of een daarbij betrokken natuurlijke persoon veroordeeld is voor fraude of andere financiële delicten zal er geen VOG worden afgegeven en kan de toelatingsvergunning worden geweigerd. Ook is het in bepaalde gevallen mogelijk dat na verlening van een toelatingsvergunning om een VOG wordt gevraagd. Ook dan geldt dat als er geen VOG wordt afgegeven de toelatingsvergunning kan worden ingetrokken. De gevallen waarin een VOG moet worden verstrekt zullen in lagere regelgeving worden aangewezen.

Andere middelen die worden ingezet in het kader van de fraudebestrijding is dat in de Wtza aansluiting is gezocht bij de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob). Op basis van het Bibob onderzoek kan de toelatingsvergunning worden geweigerd of ingetrokken. Ook worden zorgaanbieders intensiever gescreend door de zorgverzekeraars.

Interne toezichthouder

De Wtza verplicht aanbieders van medisch specialistische zorg en de grotere instellingen die Zvw en Wlz zorg aanbieden een interne toezichthouder te hebben die toezicht houdt op het beleid van de dagelijkse of algemene leiding van de instelling en deze met raad ter zijde staat. Er worden geen eisen gesteld aan het aantal interne toezichthouders. Ook is niet voorgeschreven of de interne toezichthouder een rechtspersoon of natuurlijke persoon moet zijn. Wel volgt uit de Wtza dat wordt voorzien dat het gaat om meerdere personen. De Wtza schrijft namelijk voor dat de leden van de interne toezichthouder ten opzichte van elkaar en ten opzichte van leiding van de instelling onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De interne toezichthouder mag niet tegelijkertijd deel uitmaken van de dagelijkse of algemene leiding van de instelling. Daarmee wordt afgeweken van Boek 2 BW, dat wel de mogelijkheid van een monistisch bestuursmodel kent.

 

In tegenstelling tot het huidige toelatingsregime van de WTZi, komen op grond van de Wtza geen categorieën van zorg meer in aanmerking voor een automatische toelating. Als het wetsvoorstel ongewijzigd wordt aangenomen als wet, betekent dit dat alle nieuwe aanbieders van zorg als bedoeld in de Wkkgz zich moeten melden. Verzuim dit niet te doen anders riskeert u een boete!

Auteur

Fenna van Dijk, met dank aan Karim Abbara

Comments are closed.