Vier redenen waarom mediation in de zorg zo goed werkt

Mediation is een vorm van conflictbemiddeling waarbij een onafhankelijke mediator de communicatie en onderhandeling begeleidt.

In de zorg is mediation een beproefd recept om geschillen te beslechten. En dat is niet zomaar. Er zijn binnen de zorg vele verschillende relaties en verhoudingen waarbinnen conflicten kunnen ontstaan. Daarbij valt te denken aan conflicten:

  • binnen het medisch specialistisch bedrijf;
  • binnen de maatschap;
  • tussen bestuurders en toezichthouders;
  • tussen de zorginstelling en medisch specialisten of artsen in loondienst;
  • tussen zorginstellingen en ondernemingsraden of cliëntenraden;
  • tussen zorginstellingen en cliënten.

De zorg kent specifieke wetgeving, richtlijnen en modellen. Op diverse plekken in deze regelgeving wordt mediation expliciet als oplossingsrichting genoemd. Bijvoorbeeld in ‘de modelarbeidsovereenkomst voor bestuurders in de zorg’ van de brancheverenigingen NVTZ en de NVZD. Maar ook in hun model conflictregeling, die iedere zorginstelling op grond van de Governancecode Zorg voor conflicten tussen bestuurders en toezichthouders dient te hebben, wordt mediation als mogelijkheid genoemd. Niet alleen tussen de zorginstelling en haar bestuurders of werknemers, maar ook in de verhouding tussen een zorginstelling en burgers kan mediation een rol spelen. Uit het Uitvoeringsbesluit Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen Zorg (Wkkgz) volgt dat burgers nadat zij een klacht hebben ingediend bij de klachtfunctionaris via het landelijk meldpunt zorg een mediator in kunnen schakelen.

Mediation wordt dus op diverse plekken gestimuleerd. Maar wat maakt mediation nu zo geschikt voor conflicten in de zorg?

  1. Reputatie. Schade aan de reputatie van een zorginstelling of medisch specialist heeft direct gevolgen voor het vertrouwen in de zorg die wordt geleverd. Omdat vertrouwelijkheid een kernvoorwaarde voor mediation is, wordt reputatieschade voorkomen.
  2. Snelheid. Een mediation kan snel gepland worden. Bovendien is bij een gemiddelde mediation vaak na twee bijeenkomsten duidelijk of een oplossing gevonden kan worden. Bij alternatieven vormen van geschilbeslechting zoals een procedure bij de rechter of arbitrage zijn partijen gebonden aan termijnen en vindt veelal eerst een schriftelijke ronde plaats. Bovendien zal een rechter of arbiter zich eerst in de inhoud moeten verdiepen. Bij een mediation is dat vanwege de bijzondere rol van de mediator niet aan de orde.
  3. Kosten. Zoals gezegd is het niet nodig dat een mediator zich vooraf inleest. De kosten die worden gemaakt zijn voor de intakegesprekken, de mediationbijeenkomsten en een eventueel verslag en/of overeenkomst. Daarmee zijn de kosten ten opzichte van een procedure bij de rechter of arbiter beperkt.
  4. Duurzame relatie. Mediation beoogt een oplossing die voor beide partijen aanvaardbaar is. Waar bij een gerechtelijke procedure of arbitrage de verhoudingen vaak verharden, hebben partijen na een mediation inzicht in elkaars belangen. Voor bijvoorbeeld een maatschap of Medisch Specialistisch Bedrijf, waarbij men samen verder moet, draagt dat bij aan de duurzame relatie. Ook voor de verhouding tussen een zorginstelling en een ondernemingsraad of cliëntenraad geldt vanzelfsprekend dat men na een conflict met elkaar verder moet.

Overigens kan in een mediation ook gesproken worden over het scheiden van de wegen, bijvoorbeeld in een maatschap, maar ook in geval van individuele werknemers. Daarnaast kan mediation ook preventief worden ingezet, bijvoorbeeld tijdens een besluitvormingsproces of adviesprocedure met de medezeggenschap, en derhalve juist ter voorkoming van conflicten.

Kortom: mediation werkt, en is ook voor de zorg een zeer geschikt instrument. Naast de vier hierboven genoemde redenen, speelt een grote rol dat alle partijen het bieden van een kwalitatief goede zorg altijd als gedeeld belang hebben. De mediators en mediation-advocaten, advocaten die mediation begeleiden of daarover adviseren, van Kennedy Van der Laan dragen daar graag aan bij.

 

Auteurs:

Simon van IJsendoorn

Eva Knipschild

Comments are closed.