Let op! Wettelijk verbod van gunstbetoon t.a.v. medische hulpmiddelen

Het wettelijk verbod op gunstbetoon en de bijpassende beleidsregels zijn sinds 1 januari 2018 van kracht geworden.  Hierdoor zijn de regels rondom commerciële afspraken met zorgverleners aangescherpt en zijn de handhavingsmogelijkheden vergroot. Leveranciers van medische hulpmiddelen doen er goed aan om te controleren of hun marketing- en sponsoractiviteiten niet kwalificeren als “gunstbetoon”.

Wettelijk verbod

Op 1 januari 2018 is het wettelijk verbod op gunstbetoon via een wijziging van de Wet medische hulpmiddelen (“Wmh”) van kracht geworden.  Het verbod houdt in dat een leverancier van medische hulpmiddelen (i.e. de partij die een medisch hulpmiddel invoert, voorhanden heeft of aflevert) betrokken partijen (e.g. zorginstellingen, verzekeraars en artsen) niet langer “geld of op geld waardeerbare diensten of goederen” in het vooruitzicht mag stellen, aanbieden of toekennen met het kennelijke doel de verkoop van een medisch hulpmiddel te bevorderen. Verder is ook verboden: het aanvaarden van, en het doen van een aanbod tot, gunstbetoon.

Doel van het wettelijk verbod

Het verbod is bedoeld om de keuze voor een bepaald medisch hulpmiddel niet op oneigenlijke wijze te beïnvloeden. Volgens de wetgever moet de beslissing tot het toepassen van een medisch hulpmiddel zijn gebaseerd op gezondheidsbelangen en mag de kwaliteit van zo’n beslissing niet op onwenselijke wijze worden beïnvloed door verkoop-bevorderende activiteiten.

Uitzonderingen

Gunstbetoon is volgens de Wmh verboden, behalve als het gaat om:

  • vergoeding of in rekening brengen van deelnamekosten, maar dan enkel voor zover die kosten noodzakelijk zijn om aan een bepaalde bijeenkomst deel te nemen;
  • vergoeding van een dienstverlening, maar dan alleen als deze in verhouding is met het gunstbetoon en in een schriftelijke overeenkomst is vastgelegd;
  • geschenken met een geringe waarde; of
  • kortingen en bonussen bij de inkoop van medische hulpmiddelen.

Beleidsregels

De beoordeling van dergelijke uitzonderingen en de kwalificatie van gunstbetoon zelf, kan best lastig zijn. De wetgever heeft daarom praktische handvaten gegeven om die beoordeling beter te kunnen maken. Zo moeten bijvoorbeeld de aard, het doel en de omvang van de sponsoring vooraf schriftelijk worden vastgelegd, vooraf schriftelijk worden goedgekeurd door het bestuur van de instelling van de ontvanger en ook anderszins transparant zijn. Deze handvaten zijn vastgelegd in de Beleidsregels gunstbetoon Wet op de medische hulpmiddelen (“Beleidsregels”).

Gedragscode

Het wettelijk verbod in de Wmh en de Beleidsregels vormen samen een aanvulling op de Gedragscode Medische Hulpmiddelen (“Gedragscode”). De Gedragscode bestaat al sinds enkele jaren en bevatte al waarborgen voor een verantwoorde samenwerking tussen zorgprofessionals. Ondanks het feit dat de Gedragscode zelfregulering betreft is deze bindend voor een groot aantal brancheorganisaties voor  leveranciers van medische hulpmiddelen, de KNMG, NVZ en NFU.

Toezicht

Op de naleving van de Gedragscode werd al toezicht gehouden door de Stichting GMH toezicht. Door codificatie van een verbod op gunstbetoon in de Wmh kan sinds 1 januari 2018 ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (“IGJ”) optreden tegen oneigenlijke beïnvloeding van de keuze voor medische hulpmiddelen. De handhavingsmogelijkheden zijn dus aanzienlijk uitgebreid. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid van een bestuurlijke boete van ten hoogste EUR 900.000,-.

Duidelijk is in ieder geval dat zowel de IGJ als Stichting GMH kunnen optreden. Op dit moment praten de IGJ en Stichting GMH nog over de precieze verdeling van taken, werkgebieden en samenwerking. Dit overleg zou uiteindelijk moeten leiden tot concrete werkafspraken die vastgelegd zouden moeten worden in een (nog openbaar te maken) overeenkomst.

Hoe verhouden de Wmh, Beleidsregels en de Gedragscode zich ten opzichte van elkaar?

Het uitgangspunt is dat de Wmh, Beleidsregels en Gedragscode met elkaar in overeenstemming zijn voor wat betreft het aanbieden en aanvaarden van gunstbetoon. Toch leken de Wmh en de Beleidsregels op bepaalde punten strenger dan de (oude) Gedragscode. De Gedragscode is daarom ook per 1 januari 2018 aangepast op de volgende punten:

  • strenger noodzakelijkheidscriterium voor financiële bijdragen voor productgerelateerde bijeenkomsten; en
  • maxima financiële bijdragen voor productgerelateerde bijeenkomsten: EUR 500 per bijeenkomst met een maximum van EUR 1.500 per jaar. Een hoger bedrag is mogelijk op voorwaarde dat de zorgprofessional zelf minstens de helft van die kosten draagt.

Verder lijken de Wmh en de Beleidsregels strengere regels te bevatten voor sponsoring, en kortingen en bonussen dan de Gedragscode. Het is nog niet duidelijk of en wanneer de Gedragscode op die punten in overeenstemming zal worden gebracht.

 

Twijfelt u of bepaalde marketing- of sponsoractiviteiten kwalificeren als gunstbetoon? Heeft u vóór inwerkingtreding van de wetswijziging al financiële bijdragen toegezegd of aanvaard voor een productgerelateerde bijeenkomst in 2018 en wilt u weten of er sprake is van een overgangsregeling? Of wilt u gewoon meer weten over dit onderwerp; mede gelet op mogelijk strengere handhaving?

Neem dan contact op met één van onze gezondheidszorgspecialisten voor een vrijblijvend gesprek.

Comments are closed.