Naleven Zorgbrede Governancecode in de statuten vastleggen?

Steeds vaker krijgen zorgaanbieders van zorgverzekeraars of het zorgkantoor te horen dat zij in de statuten van de zorginstelling moeten opnemen dat zij de Zorgbrede Governancecode naleven. Hiermee treedt de zorgverzekeraar/ het zorgkantoor in de interne verhoudingen van de zorginstelling-rechtspersoon. Dit is onwenselijk en voor het bereiken van het resultaat (goed bestuur en toezicht) ook niet nodig.

Zorgbrede Governancecode en zorginkoopcontracten

Zorgverzekeraars en -kantoren hechten aan goed bestuur en toezicht. Ze willen geen zorginstelling contracteren die er bestuurlijk een potje van maakt. Daarom hebben de meeste zorgverzekeraars in hun zorginkoopcontracten bepaald dat de zorgaanbieder verplicht is de Zorgbrede Governancecode 2010 (“ZbGc”) na te leven. Ook bepalen deze contracten regelmatig dat de zorginstelling de zorgverzekeraar zo spoedig mogelijk informeert indien er signalen zijn dat de governance bij de zorginstelling ontoereikend is op straffe van beëindiging van het contract.

Statutair vastleggen van naleving ZbGc

Toch vinden de zorgverzekeraars en zorgkantoren dit gekozen mechanisme niet voldoende. Steeds vaker stellen zij de eis dat de zorginstelling in de statuten vastlegt dat de ZbGc wordt nageleefd of toegepast. CZ, zoals hierna zal blijken, gaat zelfs zo ver om de opname van bepaalde artikelen uit de ZbGc in de statuten van de zorgaanbieder als voorwaarde voor contractering te stellen. Dit vind ik een vergaande bemoeienis van de zorgverzekeraar en het zorgkantoor met de interne organisatie van zorgaanbieder. Het past niet bij de positie die zij hebben, namelijk die van inkoper van verantwoorde zorg. Bovendien gaat de zorgverzekeraar hiermee voorbij aan het principe van “pas toe of leg uit”.

Risico op onduidelijkheid door “pas toe of leg uit”

De eis om in de statuten op te nemen dat de zorgaanbieder de ZbGc naleeft, kan voor onduidelijkheid zorgen. De ZbGc hanteert immers het “pas toe of leg uit” beginsel. Want kan onder “toepassing van de Code” dan ook worden verstaan dat wordt afgeweken, mits dit wordt toegelicht in het jaardocument? Of worden bij afwijking dan toch de statuten geschonden? Een onwenselijke situatie.

Toets statuten bij inschrijvingsprocedure CZ

Bekend is dat zorgkantoor CZ bij inschrijvingsprocedures de statuten van zorginstellingen toetst op de implementatie van de ZbGc. Dit leidde in april 2015 tot een uitspraak van het Gerechtshof in kort geding. CZ weigerde een zorginstelling te contracteren o.a. omdat de statuten volgens CZ niet voldeden aan de ZbGc.

In de inkoopdocumenten die CZ hanteerde was bepaald dat zorgaanbieders die voor een overeenkomst in aanmerking wilden komen, dienden te voldoen aan de landelijke geschiktheidseisen. De landelijke geschiktheidseisen die door Zorgverzekeraars Nederland zijn opgesteld, zijn opgenomen in bijlage 1 bij het Zorginkoopdocument 2015.

Bestuursverklaring omtrent invoering Zorgbrede Governancecode

In het model bestuursverklaring ten behoeve van de zorginkoop langdurige zorg 2015 van Zorgverzekeraars Nederland werden bestuurders gevraagd te verklaren dat de zorginstelling voldoet aan een lijst met geschiktheidseisen. Eén van die eisen is: “De zorgaanbieder heeft aantoonbaar de Zorgbrede Governancecode ingevoerd”. In een toelichting bij de bijlage werd ten aanzien van de benoeming en schorsing van de leden van de raad van toezicht duidelijk gemaakt welke eisen het zorgkantoor hier aan stelt.

CZ constateerde dat een aantal bepalingen uit de ZbGc niet in de statuten van de zorginstelling was vastgelegd en concludeerde in een brief aan de zorginstelling “Dit bevestigt dat de ZGC (red: Zorgbrede Governancecode) niet aantoonbaar is ingevoerd en dat in strijd met deze code wordt gehandeld.”. Mede op grond van deze constatering, weigert CZ de zorgaanbieder te contracteren.

Oordeel Gerechtshof: Zorgbrede Governancecode laat ruimte aan zorgaanbieder

Het Hof oordeelt dat uit artikel 4.2 lid 9 van de ZbGc niet klip en klaar volgt dat in statuten expliciet en separaat zowel de gronden voor ontslag van leden van de raad van toezicht als de gronden voor schorsing van leden van de raad van toezicht moeten zijn opgenomen. Van belang is dat artikel 4.2 lid 9 ZbGc begint met “Statutair is vastgelegd op welke gronden….”. Toch vindt het Hof dat het artikel het aan de zorgaanbieder overlaat of zij in haar statuten naast een regeling voor ontslag ook een regeling voor schorsing opneemt en laat het de zorgaanbieder de ruimte om daarin op te nemen welke eventuele procedures daarbij worden gevolgd. Bovendien bleken de statuten van vijf van de tien zorgaanbieders die wél waren gecontracteerd door CZ ook niet de door CZ verlangde bepalingen te bevatten. Het Hof oordeelde dat de ZbGc en de inkoopdocumentatie van CZ niet duidelijk zijn ten aanzien van het wel of niet statutair regelen van de gronden van schorsing. Het Hof concludeert dat CZ de zorgaanbieder geen contract voor 2015 had mogen weigeren.

Het feit dat de ZbGc bovendien het “pas toe of leg uit” beginsel kent, kwam – voor zover ik dit kan opmaken uit het arrest van het Hof – in deze procedure niet direct aan de orde. De uitspraak van het Gerechtshof benadrukt wel dat er ruimte blijft voor de zorgaanbieder om de ZbGc te implementeren in de statuten. Het Hof haalt aan dat de rechter in eerste aanleg terecht oordeelde dat de normen van de artikelen 3.2. en 4.4. van de ZbGc niet in de statuten hoeven te zijn opgenomen. Voor de duidelijkheid: deze artikelen verwijzen niet direct naar de statuten zoals artikel 4.2 lid 9 ZbGc dat doet.

Advies bij contractering 2016

Aanvankelijk wenste CZ de ruimte in te perken die het Hof laat aan de zorgaanbieder. In de eerste versie van de zorginkoopdocumenten voor 2016 bepaalde CZ dat 5 onderwerpen in de statuten moeten zijn geregeld. Voor 8 andere onderwerpen mag dit buiten de statuten zijn vastgelegd. Het “pas toe of leg uit” werd door CZ expliciet niet geaccepteerd.

Onder druk van de branchevereniging heeft CZ haar eisen afgezwakt. Het aantal onderwerpen waarover CZ een (statutaire) regeling verlangt is teruggebracht. De andere onderwerpen genoemd in de Nadere Nota van Wijziging van 2 juli 2015 mogen geregeld worden in reglementen die op de website van de zorgaabieder zijn gepubliceerd. Bovendien wordt het “pas toe of leg uit” principe door CZ voetstoots geaccepteerd. Afwijken van de ZbGc is toegestaan na een oordeel van de Governancecommissie Gezondheidszorg dat de door de zorgaanbieder verstrekte uitleg verenigbaar is met de ZbGc. Overigens verbiedt CZ nog steeds afwijkingen van onderwerpen die volgens haar in de statuten dienen te zijn geregeld. Het blijft daarom noodzakelijk uw statuten zorgvuldig na te lopen op implementatie van de ZbGc om te voorkomen dat het zorgkantoor u een contract weigert.

Comments are closed.