Nieuwe Governancecode Zorg komt er aan. Wat betekent dit voor u?

Herziening Zorgbrede Governancecode was nodig

De huidige Zorgbrede Governancecode (“ZbGc”) is op 1 januari 2010 in werking getreden. Sindsdien is er in de sector veel gesproken over de wijze waarop governance binnen de zorgsector naar een hoger niveau getild kan worden. In september 2013 concludeerde de Commissie behoorlijk bestuur (Commissie Halsema) in het rapport “een lastig gesprek” dat meer regels niet leiden tot beter bestuur en toezicht. Ook minister Schippers kwam uiteindelijk tot dit inzicht en besloot het professionaliseren van bestuur en toezicht aan de sector over te laten. De sector, bij monde van de Brancheorganisaties Zorg (“BoZ”), komt nu met een nieuwe Governancecode Zorg (“GcZ”).

Nieuwe Governancecode Zorg gebaseerd op principes

De GcZ 2017 is ingrijpend gewijzigd. De code uit 2010 was ingericht naar de diverse organen van de zorginstelling: raad van bestuur, raad van toezicht, algemene vergadering, aangevuld met twee hoofdstukken: werking en verantwoording. De nieuwe GcZ is gebaseerd op principes. Het is een geheel ander soort code. Dat betekent niet dat alle inzichten uit de code 2010 overboord zijn gegooid. Maar wel dat de inzet van de code een andere is. BoZ wil wegblijven van afvinklijstjes en wil bestuurders en interne toezichthouders van een zorgaanbieder, samen met de direct belanghebbenden, aanzetten tot een goed gesprek over wat governance voor die zorgaanbieder inhoudt. BoZ: “De code biedt de sector een instrument om de governance zo in te richten dat die bijdraagt aan het waarborgen van goede zorg, aan het realiseren van haar maatschappelijke doelstelling en daarmee aan het maatschappelijk vertrouwen.”

Zeven principes

De zeven principes die in de GcZ 2017 verankerd liggen zijn:

  • De maatschappelijke doelstelling en legitimatie van de zorgorganisatie is het bieden van goede zorg aan cliënten.
  • De raad van bestuur en raad van toezicht hanteren waarden en normen die passen bij de maatschappelijke positie van de zorgorganisatie.
  • De zorgorganisatie schept randvoorwaarden en waarborgen voor een adequate invloed van belanghebbenden.
  • De raad van bestuur en raad van toezicht zijn ieder vanuit hun eigen rol verantwoordelijk voor de governance van de zorgorganisatie.
  • De raad van bestuur bestuurt de zorgorganisatie gericht op haar maatschappelijke doelstelling.
  • De raad van toezicht houdt toezicht vanuit de maatschappelijke doelstelling van de zorgorganisatie.
  • De raad van bestuur en raad van toezicht ontwikkelen permanent hun professionaliteit en deskundigheid.

De principes zijn uitgewerkt in bepalingen of gedragsregels die de concrete toepassing van het principe beschrijven, soms voorafgegaan door een korte introductie. Deze principes gelden voor alle rechtsvormen. Een aanvullend hoofdstuk geeft regels voor specifieke, afwijkende situaties.

“Pas-toe-of-leg-uit-beginsel”

Toepassing van de principes is niet vrijblijvend. De code 2010 gaf zorginstellingen de mogelijkheid om, als een regel niet passend was voor de zorginstelling, de regel niet toe te passen en te kiezen voor een beter alternatief zolang de zorginstelling dit uitlegde in het jaarverslag. BoZ wil op een vernieuwender en actueler manier omgaan met dit beginsel: “Soms is bij toepassing juist uitleg nodig (pas toe en leg uit). Soms kan afwijking niet aan de orde zijn (pas toe!).” De zorgaanbieder bepaalt in dialoog welke bepalingen en gedragsregels het volgt en in welke gevallen een (beter) alternatief passender is. Hierover is de zorgaanbieder transparant en legt het verantwoording af. In zoverre wijkt dit niet af van de code uit 2010.

Voor wie geldt de GcZ 2017?

De GcZ geldt voor de leden van de bij BoZ aangesloten brancheorganisaties ActiZ, GGZ Nederland, NVZ, NFU en VGN. Door lid te zijn, verplichten een zorgaanbieder de GcZ 2017 na te leven. Indien een zorgaanbieder niet aan de Code 2017 voldoet en gesprekken tussen de raad van bestuur met branchegenoten, belanghebbenden of diens raad van toezicht leiden niet tot naleving van de GcZ, is schorsing of royement van het lidmaatschap een ultiem remedium. Ook kunnen externe toezichthouders zoals IGZ governance aan de orde stellen tijdens hun werkbezoeken.

Voor kleine zorgaanbieders (die niet verplicht zijn om een ondernemingsraad in te stellen) geldt dat zij niet de hele code hoeven na te leven. De GcZ 2017 beveelt aan dat kleine zorgaanbieders de principes en praktische bepalingen van de code zoveel mogelijk hanteren bij de inrichting van hun governance.

Wat betekent de code 2017 voor de praktijk?

Ik beveel raden van bestuur en raden van toezicht het onderwerp “governance” in 2017 (nogmaals) prominent op de agenda van de boardroom te zetten. Principe 4 van de GcZ 2017 stelt immers dat de raad van bestuur en de raad van toezicht ieder overeenkomstig hun wettelijke en statutaire taken verantwoordelijk zijn voor de governance van de zorgorganisatie en voor de naleving van deze code door de zorgorganisatie en de daarmee verbonden groeps- en dochtermaatschappijen. Het is zaak voor de raad van bestuur en raad van toezicht om aan de hand van de bepalingen en gedragsregels in de GcZ 2017 te bepalen op welke wijze zij de code binnen de organisatie implementeren.

De GcZ 2017  leidt ook tot een wijziging van de statuten en aanpassingen in de documentatie binnen een zorgaanbieder. In een nieuwe publicatie zal ik deze aanpassingen uiteenzetten en dieper ingaan op enkele ingrijpende wijzigingen bij invoering van deze nieuwe code.

Meer over bestuur en toezicht in de zorg

Op 17 november doceert Fenna van Dijk voor Wolters Kluwer over bestuur en toezicht in de zorg. Ga voor meer informatie en inschrijven naar de website van Wolters Kluwer.

Lees meer ook het artikel van Bart de Ruijter over de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen: Storm op komst voor bestuurders en commissarissen in de semipublieke sector.

Comments are closed.