Update governance in de zorg

Goed functionerend bestuur en toezicht in de zorg blijft een onderwerp van gesprek. Dat heeft de Meavita uitspraak nog eens onderstreept. In dit artikel krijgt u een overzicht van de laatste stand van zaken.

Agenda goed bestuur ministerie VWS

Begin 2015 maakten de minister en staatssecretaris van VWS hun agenda voor goed bestuur bekend. Zij gaven vier speerpunten weer van hun beleid:

1. Aanscherpen verantwoordelijkheden over en weer van bestuurders en toezichthouders.
2. Versterking extern toezicht en aanpak van onbehoorlijk bestuur en wanbeleid.
3. Optimalisering van checks and balances langs de weg van medezeggenschap.
4. Stimuleren van (debat over) goed bestuur.

Recent hebben de bewindslieden de voortgang vanuit de overheid en vanuit de sector op elk aandachtsgebied gepubliceerd. Wij vatten dit in dit artikel kort samen.

Aanscherpen verantwoordelijkheden over en weer van bestuurders en toezichthouders

De Brancheorganisaties Zorg (BoZ) is gestart met een grondige herziening van de zorgbrede governancecode. Het is de wens dat de herijkte code per 1 januari 2017 in werking treedt. Een commissie buigt zich momenteel over de herziening. Belangrijke uitgangspunten bij de nieuwe code zijn:

  • De vraag wat nodig is om zorgorganisaties goed te besturen;
  • Verheldering van wat verplicht is en waar ruimte is voor keuzes;
  • Transparantie en bijdragen aan maatschappelijk vertrouwen;
  • Toetsbare principes als ankerpunt; die principes worden vervolgens uitgewerkt in nadere bepalingen;
  • In samenhang uitwerken van monitoring, handhaving en naleving van de code;
  • Meer aandacht voor cultuur en gedrag;
  • Professionalisering van raden van bestuur en toezicht, door permanente educatie.

Accreditatie bestuurders in de zorg

De Vereniging voor Bestuurders in de Zorg (NVZD) is in 2013 gestart met een accreditatietraject voor bestuurders in de zorg. Inmiddels zijn volgens de minister 75 zorgbestuurders geaccrediteerd. De NVZD gaat door met de ontwikkeling van de accreditatie en streeft er naar dat eind 2018 tweederde van de NVZD-leden – ongeveer 500 bestuurders – het accreditatietraject moet hebben doorlopen. Daarnaast wordt input gevraagd van stakeholders zoals cliëntenorganisaties en toezichthouders op het accreditatietraject. Om het gesprek over accreditatie tussen bestuurders en de raad van toezicht (in de rol van werkgever) te bevorderen, hebben de NVZD en de Vereniging voor Toezichthouders in de Zorg (NVTZ) de accreditatie opgenomen in hun modelarbeidsovereenkomst.

Accreditatietraject toezichthouders in de zorg

De NVTZ is begonnen met het inrichten van een accreditatie-instrument voor interne toezichthouders. Naar verwachting starten dit jaar nog de eerste raden van toezicht met hun accreditatie. Daarna wordt toegewerkt naar een verplicht accreditatietraject in 2019.

Versterking extern toezicht en aanpak van onbehoorlijk bestuur en wanbeleid

Begin 2016 publiceerde de minister en de staatssecretaris het beleidskader ‘Goede zorg vraagt om goed bestuur’. Het beleidskader heeft volgens de bewindslieden een tweeledig doel:

1. Het maakt duidelijk voor bestuurders en interne toezichthouders wat de overheid van hen verwacht; en
2. Dit beleidskader schetst hoe de externe toezichthouder zich verhoudt tot de besturing van de zorginstelling. Daarmee wordt voor zorginstellingen helderder waar zij aan moeten voldoen en geeft het de externe toezichthouders een kader voor ingrijpen.

Wat is goed bestuur?

Het beleidskader gaat onder andere in op de vraag: “Wat is goed bestuur?” De eisen die volgens de minister en staatssecretaris gesteld worden aan de raden van bestuur en raden van toezicht zijn samen te vatten met de volgende kwalificaties:

  • Open en integer
  • Omgevingsbewust en participatief
  • Doelgericht en doelmatig
  • Lerend en zelfreinigend
  • Verantwoordend en transparant

Over het toezicht hierop door de externe toezichthouders zoals IGZ en de NMa zegt het beleidskader:

Bestuurders die zich toetsbaar opstellen en die zich aantoonbaar inspannen om aan de eisen van goed bestuur te voldoen, zoals geformuleerd in hoofdstuk 1, kunnen rekenen op meer vertrouwen van het externe toezicht dan zij die zich niet toetsbaar opstellen en de inspanningen niet kunnen aantonen.”

Voor bestuurders en toezichthouders is het dus van belang zich rekenschap te geven van het beleidskader en meer in het bijzonder deze kwalificaties. Stelt u zichzelf hierbij de volgende vragen: hoe acteer ik op deze kwalificaties? En spreken wij – bestuurders en interne toezichthouders – elkaar hierop aan? Welke factoren belemmeren dit gedrag? Hoe zijn deze kwalificaties binnen de zorginstelling in processen en protocollen verankerd? Kan ik de inspanningen aantonen?

Optimalisering van checks and balances langs de weg van medezeggenschap

De bewindslieden geven aan in gesprek te zijn met de verpleegsector om inzicht krijgen in de randvoorwaarden voor een effectieve medezeggenschap, wat een bestuurder, toezichthouder en cliëntenraad over en weer van elkaar nodig hebben en wat succesfactoren zijn om inspraak van cliënten goed te organiseren. Voor andere sectoren binnen de zorg worden ook gesprekken georganiseerd. In die gesprekken komen de volgende gesignaleerde knelpunten aan de orde:

1. Verbeterde facilitering van cliëntenraden op het gebied van ondersteuning, scholing en materiële middelen.
2. Het maken van afspraken over het beter tijdig informeren van cliëntenraden.
3. Verduidelijking brengen in de positie en rolverdeling tussen decentrale en centrale cliëntenraden.
4. De mogelijkheden tot periodieke evaluatie van overeenkomsten tussen cliëntenraden en raden van bestuur.
5. Het komen tot afspraken over het functioneren van cliëntenraden.
6. Duidelijkheid bieden over wie verplicht is een cliëntenraad in te stellen.
7. Betere inzet van de (ongevraagde) adviesmogelijkheden in de huidige wet.
8. Het zo uniform mogelijk organiseren van de medezeggenschap binnen aanbieders die zowel Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)/jeugdhulp als langdurige zorg of zorgverzekeringwet zorg leveren.
9. Aandacht voor medezeggenschap in het toezicht op goed bestuur van de IGZ.

Andere initiatieven die momenteel lopen

Naast bovengenoemde ontwikkelingen lopen er ook de volgende (wetgevings)initiatieven om bestuur en toezicht in de zorg te verbeteren:

1. Het openbaar maken van declaraties van zorgbestuurders
2. Aanpassing van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). De bewindslieden verwachten dit wetvoorstel najaar 2016 aan de Tweede Kamer te sturen. Onderdeel van deze wetsaanpassing is de meldplicht voor startende zorgaanbieders en het verbod op het gebruik van risicovolle derivaten door zorginstellingen;
3. Het is de bedoeling dat de minister van Veiligheid en Justitie het wetsvoorstel Bestuur en Toezicht rechtspersonen voor de zomer van 2016 aan de Tweede Kamer aanbiedt. Het wetsvoorstel is gericht op verbetering van het wettelijke kader voor de vereniging, de stichting, de coöperatie en de onderlinge waarborgmaatschappij. De belangrijkste wijzigingen zijn dat bestuurders en commissarissen met een tegenstrijdig belang zich moeten onthouden van deelname aan de beraadslaging en besluitvorming en dat de aansprakelijkheidsnormen voor bestuurders en commissarissen worden verduidelijkt.
4. Bij de Eerste Kamer ligt momenteel het wetsvoorstel Civielrechtelijk bestuursverbod waarmee een bestuursverbod mogelijk wordt voor bestuurders die frauduleus hebben gehandeld én daarmee hebben bijgedragen aan een faillissement. Dit verbod geldt voor een periode van maximaal vijf jaar voor bestuurs- en toezichthouderfuncties bij alle bestaande rechtsvormen.

Comments are closed.